In veel testamenten worden partners benoemd voor 1% van de nalatenschap. De kinderen krijgen dan samen de rest, dus 99%. Dit is anders dan het wettelijke erfrecht zoals dat in de wet staat. In de wet staat dat de echtgenoot en de kinderen ieder voor een gelijk deel erfgenaam zijn.
In de meeste gevallen wordt de partner nog steeds eigenaar van alle bezittingen. Het huis, de auto en het spaargeld zijn dus nog steeds voor de langstlevende partner. Die moet ook alle schulden (uitvaart, hypotheek) voor zijn of haar rekening nemen. Dit is ook de verdeling die in de wet staat, de wettelijke verdeling genoemd.
Door door de wettelijke verdeling en de 99% erfstelling voor de kinderen worden de schulden aan de kinderen groter. De bepaling is bedoeld om erfbelasting bij het tweede overlijden te besparen. Het is vaak voordeliger om van beide ouders evenveel te erven.
Vaak wordt de erfstelling 1/99 opgenomen in het testament samen met een afvul- of opvullegaat.