Zodra de koopovereenkomst is getekend en het voorbehoud van financiering is verlopen dan moet er meestal een waarborgsom worden gestort of een bankgarantie worden afgegeven.
De waarborgsom is vaak 10% van de aankoopsom. Bijvoorbeeld bij een woning van € 250.000,- is de waarborgsom € 25.000,-. In de wet staat dat voor particulieren de waarborgsom maximaal 10% is. In de koopovereenkomst kan dan dus geen hogere waarborg worden afgesproken.
Dit bedrag moet op de derdengeldrekening van de notaris zijn gestort voor een bepaalde datum. Deze datum staat in de koopovereenkomst. Bij de akte van levering wordt de waarborgsom weer verrekend. De waarborgsom wordt dan opgenomen als reeds betaald op de nota van afrekening.
Met een bankgarantie staat de bank garant voor de koper en zorgt de bank dat er 10% wordt betaald aan de verkoper als de koper zijn verplichtingen toch niet nakomt. De bank wil de garantie wel afgeven maar zal hiervoor kosten in rekening brengen bij de koper.
De notaris zal de rente aan de koper vergoeden in het geval de notaris rente ontvangt. Indien de notaris rente moet betalen dan wordt de rente in rekening gebracht bij de koper.